De Gouden Griffel als Literaire Basisschool
Sinds 2008 is De Gouden Griffel gaan veranderen in een Literaire Basisschool (Leesschool). Dit betekent dat er heel veel extra aandacht is gekomen voor lezen. Door middel van veel aandacht voor lezen hopen wij de niveaus van de woordenschat en begrijpend lezen bij onze kinderen te verbeteren. Juist de woordenschat en begrijpend lezen vinden veel van onze kinderen (en heel veel andere kinderen in Rotterdam en de andere grote steden in Nederland) erg moeilijk.
Visie van de Literaire Basisschool:
De Literaire Basisschool heeft als doel een kwaliteitsimpuls te geven aan taal, lezen en woordenschat en begrijpend lezen.
Wij willen hoge doelen stellen aan: een goede mondelinge taalvaardigheid, beginnende geletterdheid, aanvankelijk lezen, voortgezet technisch lezen, woordenschat, leesstrategieën en motivatie voor lezen (leesplezier).
Dit wordt gerealiseerd door:
- Extra tijd voor lezen
- Extra oefeningen en leestijd voor de zwakke lezers.
- Naast de taalmethode “Taalleesland” gebruiken we de methode “Nieuwsbegrip” dit als uitbreiding en aanvulling op de begrijpend lezen en woordenschatlessen.
- Professionalisering van de leerkrachten
- Intensief gebruik van de schoolbibliotheek en leesruimte.
- Uitnodigen van schrijvers, dichters en schrijvers.
- Bevorderen van de ouderbetrokkenheid bij de leesprestaties.
- Brede schoolactiviteiten rondom boeken en leesplezier.
In het Brede School-programma worden voor iedere groep Leesschoolactiviteiten aangeboden.
|
Lezen
De Gouden Griffel besteedt heel veel aandacht aan het leren lezen en leesplezier. Lezen is heel belangrijk voor de ontwikkeling van uw kind. Voor alles wat uw kind in de loop van de tijd gaat leren moet hij/zij vlot kunnen lezen en de tekst kunnen begrijpen. Daarom zetten wij extra tijd, materialen, begeleiding en activiteiten in bij ons op school om lezen en leesplezier te ontwikkelen. Wij zijn dus iedere dag bezig met lezen.
Samen thuis lezen vinden kinderen leuk. Het bevordert het leesplezier en de kinderen krijgen het gevoel dat u betrokken bent bij hun leerproces. Door aan uw kind te laten zien dat ook u lezen belangrijk vindt, kunt u uw kind aanmoedigen en ondersteunen. Hoe regel je het thuis om regelmatig samen te lezen, te zorgen dat het leuk blijft en niet altijd op de zelfde manier hoeft te doen.
Hieronder staan een aantal tips:
- Lees op een vast moment van de dag voor, bijvoorbeeld voor het slapen gaan. Lees ongeveer 10 minuten per dag voor. Het is niet erg als u is een keer overslaat, maar laat het geen gewoonte worden.
- Kijk af en toe samen met uw kind(eren) televisie en praat erover.
- Lees samen een kindertijdschrift of weekkrant voor de jeugd, bijvoorbeeld Kidsweek Junior in de klas. Praat met elkaar over wat u samen gelezen hebt, bijvoorbeeld tijdens het eten.
- Vraag het liefst elke dag wat u kind(eren) op school heeft/hebben gedaan.
- Lees voor op een gezellige knusse plek in het huis. Laat uw kind zelf het (prenten)boek pakken.
- Als u samen aan het lezen bent mogen jullie niet gestoord worden.
- Gebruik lezen ook tijdens het boodschappen doen (een boodschappenlijstje maken (dit kan geschreven of getekend zijn)), koken (recepten lezen of ingrediënten) en dergelijke.
- Maak briefjes voor uw kind met kleine boodschappen erop en leg/plak ze op verschillende plekken. Hiervoor hoeft uw kind niet te kunnen lezen. Als uw kind niet kan lezen komt zij/hij vanzelf naar u toe en kunt u het voorlezen.
- Vanaf dat een kind een paar maanden oud is kun je al voorlezen. Ze kunnen dan naar de plaatjes kijken, luisteren naar uw stem en wijzen naar de plaatjes die ze zien.
- Als u meer kinderen heeft, probeer dan zoveel mogelijk apart aan uw kinderen voor te lezen
- Vraag soms ook eens iemand vanuit uw omgeving of ze willen voorlezen, bijvoorbeeld opa, oma, een ouder kind of buurkinderen.
- Zorg dat het voorlezen altijd iets gezelligs heeft.
- Een goed prentenboek mag je best vaker voorlezen. Uw kind vindt dat absoluut niet erg. Soms denkt u “alweer” een kind heeft dat gevoel niet.
- Praat af en toe tijdens een gewone situatie over een verhaal wat u regelmatig heeft voorgelezen.
- Gebruik versjes voor het eten, aankleden en naar bed gaan. (zie groep 1 en 2).
- Bezoek regelmatig samen de bibliotheek.
- Als u zelf ook af en toe leest motiveert dit uw kind ook om te gaan lezen.
- Abonneer uw kind(eren) op een tijdschrift.
- Maak samen een boek. Maak een mooie kaft met een titel, verzin zelf een verhaaltje en geef de bladzijdes een nummer. U kunt het eventueel zo maken dat er af en toe nog een bladzijde aan toe gevoegd kan worden. Eventueel kunt u er foto’s of plaatjes uit tijdschriften bij plakken.
- Geef uw kind als dat mogelijk is af en toe een boek cadeau. Er zijn veel leuke boekjes voor weinig geld.
Voorlezen
Voorlezen helpt uw kind bij zijn taalontwikkeling. Een kind leert door voorlezen luisteren, het volgen van een verhaal en nieuwe woordjes. Samen een boekje lezen op de bank met iets lekkers of voor het slapen gaan is ook erg goed voor de band ouder-kind.
Hoe lees ik voor?
Je kunt al heel vroeg beginnen met voorlezen. Bij een baby kunt u zingen en samen plaatjes kijken en daar van alles bij vertellen. Als uw kind wat ouder is kunt u korte verhaaltjes voorlezen. De verhaaltjes kunnen dan met het ouder worden van uw zoon of dochter steeds langer en moeilijker worden. Prentenboeken zijn voor jonge kinderen erg geschikt om uit voor te lezen. U leest voor en uw zoon of dochter kijkt naar de plaatjes. Praat eerst samen over de plaatjes die bij het verhaal horen. Als uw kind ouder wordt, zijn leesboeken die bij hun leeftijd passen leuk om voor te lezen. Er komen steeds minder plaatjes in te staan en veel meer tekst. U redt het dan niet om een boek in één keer uit te lezen, lees iedere keer, bijvoorbeeld een hoofdstuk en voordat u gaat lezen bespreek samen wat er in de vorige hoofdstukken allemaal gebeurd is. Onder de snelkoppeling “tips om voor te lezen” staan per leeftijdsgroep een aantal boeken die leuk zijn om voor te lezen.
Voorlees tips:
Stop niet met voorlezen als uw kind al kan lezen. Kinderen vinden het fijn om voorgelezen te worden . Voorlezen is belangrijk voor de ontwikkeling van de woordenschat en verbetert de luistervaardigheid. Als kinderen luisteren naar voorgelezen verhalen, doen ze ervaringen op, die ze misschien nooit in het echt meemaken.
- Zorg ervoor dat u een boek voorleest dat past bij de ontwikkeling van uw kind. De bibliotheekjuf, de verkoopster en de leerkracht van uw kind kunnen u daar goed in adviseren.
- Lees het boek eerst zelf (gedeeltelijk) door, zodat u weet waar het verhaal over gaat.
- Bekijk voordat u gaat lezen samen het boek. Wat is de titel, welk plaatje staat erop, hoe ziet de achterkant eruit, wat is de rug van het boek, waar zou het verhaal over gaan, wie heeft het boek geschreven en getekend.
- Zorg voor een rustige omgeving tijdens het voorlezen.
- Probeer de zinnen rustig en duidelijk uit te spreken.
- Je mag best gebaren gebruiken tijdens het voorlezen.
- Controleer af en toe of uw kind begrijpt wat u aan het lezen bent.
- Soms begrijpt een kind niet waar over het verhaal precies gaat. U kunt daar bij helpen. Laat uw kind tijdens het voorlezen vragen stellen als het iets niet begrijpt en neem dan de tijd voor het antwoord.
- Laat uw kind tussen door voorspellen hoe het verhaal verder zal gaan.
- Wijs de woorden aan terwijl u leest. Geef duidelijk aan dat de zin van links naar rechts loopt.
- Bespreek de plaatjes eerst in eenvoudige woorden die bij het verhaal horen en lees daarna pas het verhaal wat bij de tekening hoort.
- Praat tijdens het voorlezen over wat er zou kunnen gebeuren (“wat denk je dat er gaat gebeuren?”).
- Laat uw kind actief meedoen, bijvoorbeeld door de bladzijdes om te slaan of plaatjes aan te wijzen.
- Als uw kind tijdens het voorlezen de aandacht verliest, stop dan gerust en ga eventueel later weer verder of kies een ander boek.
- Probeer veel oogcontact te hebben tijdens het voorlezen.
- Probeer tijdens het voorlezen de omgeving om ons heen erbij te betrekken. De onderwerpen die in boeken voorkomen zijn vaak terug te vinden in onze dagelijkse omgeving. Dit bevordert de woordenschat.
Hoe leren kinderen lezen en hoe kunt u ze daar bij begeleiden
U kan uw kind(eren) altijd helpen bij het lezen. Wat u kunt doen is afhankelijk van de leeftijd van uw kind. Daarom hebben wij hieronder het leren lezen verdeeld in leeftijdsgroepen namelijk kleuters, 5 tot en met 7 jaar en 8 tot en met 12 jaar.
Kleuters:
In groep 1 en 2 beginnen de leerkrachten al met de voorbereidingen op het leren lezen in groep 3. Door prentenboeken, taalspelletjes, kringgesprekken, rijmen krijgt uw kind al een basis om te gaan leren lezen. Spelenderwijs komt uw kind in aanraking met letters en boeken. Aan het eind van groep 2 moet uw kind 15 letters kunnen benoemen en aanwijzen.
Als u thuis leest laat dit ook zien aan uw kind, bijvoorbeeld bij het maken en lezen van een boodschappen briefje of recept. U kunt hier ook uw kind bij betrekken.
Wijs woorden of letters aan:
Als u voorleest laat dan uw kind meekijken en wijs af en toe een woord of letter aan (“kijk daar staat een letter van jouw naam!”).
Spelletjes:
Speel af en toe een spelletje met uw kind. Spelletjes zijn goed voor de ontwikkeling en bevordert de taal en het lezen. Enkele voorbeelden zijn: puzzels, rijmpjes, liedjes of raadspelletjes. Achter de link spelletjes staan enkele voorbeelden.
Geef uw kind eigen schrijfspullen:
Stimuleer het schrijven van letters en woordjes, zoals bijvoorbeeld zijn/haar eigen naam, papa, mama of een naam van een broer of zus. In het begin schrijft u eerst het woord en laat het dan naschrijven.
Uitspraak van de letters:
Spreek de letters niet uit zoals in het alfabet, maar zoals ze klinken. Voor het leren lezen is het belangrijk dat u de letters op de juiste manier uitspreekt.
Kinderen van 5 tot en met 7 jaar:
In groep 3 leert uw kind lezen. Eerst beginnen ze met het leren van losse letters en proberen ze woorden te maken van de letters die ze al geleerd hebben. Ze lezen eerst de losse letters en door ze aan elkaar te plakken lezen ze het hele woord. Aan het eind van groep 3 moet uw kind AVI 2 beheersing hebben of E3.
Doe veel spelletjes en activiteiten met uw kind. Oefen thuis met de letters die uw kind op school heeft geleerd. Bij de groepen twee kun je in de klas zien aan welke letter ze werken of u vraagt dit aan de leerkracht. Thuis kunt u allerlei spelletjes rondom de geleerde letter doen. Hieronder staan enkele voorbeelden:
- Kijk in reclamefolders, kranten, tijdschriften, enz. en zoek naar letters die uw kind al geleerd heeft. Met een balpen of een stift kunt u deze omcirkelen.
-
Speel met de geleerde letter het spelletje ‘ik zie, ik zie, wat jij niet ziet en het begint met de letter….’.
-
Laat uw kind woorden maken op de computer of op een blaadje met de letters die hij/zij al geleerd heeft. In groep 3 leren ze de letters als schrijfletter en op de computer staan ze als hoofdletter, daarvoor kunt u eventueel de schrijfletter op de toetsen van de computer met stickers plakken. Vraag aan de leerkracht wat de juiste schrijfwijze is van de letters.
-
Maak een eigen boekje. Elke keer als uw zoon of dochter een letter heeft geleerd mag hij een hele bladzijde vullen met tekeningetjes, plaatjes of schrijven van woorden waar die letter in voorkomt.
-
Maak samen met uw kind lijstjes, bijvoorbeeld een boodschappenlijstje, een verlanglijstje voor een verjaardag of Sinterklaas. Laat uw kind zoveel mogelijk letters van de woorden zelf opschrijven. Met een boodschappenbriefje kunt u ook samen boodschappen doen en uw kind mag de boodschappen die nodig zijn oplezen.
-
Schrijf af en toe naar iemand een kaartje of een brief. Het geeft niet als u moet helpen bij de woorden die moeilijk zijn of bij de letters die ze nog niet hebben geleerd.
-
Spreek de letters niet uit zoals in het alfabet, maar zoals ze klinken. Voor het leren lezen is het belangrijk dat u de letters op de juiste manier uitspreekt. Hieronder staan enkele voorbeelden hoe u ze uit moet spreken. Als u het moeilijk vindt of niet weet of u het op de juiste manier uitspreekt kunt u altijd aan de leerkracht van uw kind om de juiste uitspraak vragen.
Uitspraak van de letters:
Letter
|
Spreekt u uit als
|
m
|
geen em, maar mmm, zoals in maan
|
r
|
geen er, maar rr, zoals in reus
|
v
|
Geen vee, maar vvv, zoals in vis
|
i
|
geen ie maar, zoals in pim
|
s
|
geen es, maar ssss als een slang, zoals in sok
|
aa
|
aaa, als in haan
|
p
|
geen pee, maar pu, met een bijna onhoorbare u, zoals in puk
|
e
|
geen ee, maar è, zoals in les
|
t
|
Geen thee, maar t, zoals in test
|
ee
|
eee, zoals in been
|
n
|
niet en, maar nnnn, zoals in nee
|
b
|
niet bee, maar bu met een bijna onhoorbare u
|
oo
|
Ooo, zoals in oog
|
d
|
niet de, maar du, met een bijna onhoorbare u
|
oe
|
Oe, zoals in doek
|
k
|
Niet ka, maar k zoals in kast
|
ij
|
ij, zoals in ijs
|
z
|
geen zet, maar zzzz, zoals in zoem
|
h
|
geen haa, maar hu, met een bijna onhoorbare u
|
w
|
Geen wee, maar wu, met een bijna onhoorbare u
|
o
|
Geen oo, maar ò, zoals in sok
|
a
|
à, zoals in zak
|
u
|
Geen uu, maar ù, zoals in bus
|
eu
|
Eu, zoals in reus
|
j
|
Geen jee, maar ju met een bijna onhoorbare u, zoals in jas
|
ie
|
Geen i en e, maar als in ziet
|
l
|
Geen el, maar lll, zoals in lief
|
ou
|
ou, zoals in fout
|
uu
|
uu, zoals in uur
|
g
|
Geen gee, maar ggg, zoals in gaaf
|
ui
|
ui, zoals in uil
|
au
|
Au, zoals je au zegt als je pijn hebt
|
f
|
geen ef, maar ffff, alsof er uit een fietsband een beetje lucht ontsnapt
|
ei
|
Ei, zoals een ei vaneen kip
|
Hakken en plakken:
Als uw kind moeite heeft om een woord te lezen of op te schrijven. Dan kunt u helpen door elke letter afzonderlijk te lezen (van links naar rechts), beginnend bij de eerste letter, bijvoorbeeld r-eu-s. Spreek daarna de letters weer als geheel uit (het hele woord) en lees het vloeiend: reus.
Boeken:

Je kunt boeken in huis halen die aansluiten bij wat ze leren in de groep 3. Vraag aan de leerkracht van uw kind op welk niveau uw kind leest. De boekhandel en de bibliotheek kunnen u adviseren welke boeken geschikt zijn. Wilt u weten welke boeken geschikt zijn voor uw kind? klik dan hier> klik dan hier> welk boek is geschikt voor mijn kind
Welke letters heeft uw kind tot nu toe aangeboden gekregen:
Groep 3
kern
|
Structuur woorden
|
letters
|
1
|
ik, maan, roos, vis, sok, aan, pen, en
|
m r v i s aa p e
|
2
|
teen, een, neus, buik, oog
|
t, ee, n, b, oo
|
3
|
doos, poes, koek, ijs, zeep
|
d, oe, k, ij z
|
4
|
huis, hek, weg, bos, zak, hut
|
h, w, o, a, u
|
5
|
reus, jas, riem, bijl, hout, vuur
|
eu, j, ie, l, ou, uu
|
6
|
geit, uil, pauw, duif, ei
|
g, ui, au, f, ei
|
7
|
|
sch- , -ng, -b/-d
|
8
|
ja, zo, nu
|
–nk, -ch, -cht, -tje,-je,-pje
|
9
|
|
-aai, -ooi, -oei, ei/ij
|
10
|
|
-eeuw, -ieuw, uw
|
11
|
|
ou, au
|
12
|
|
|
Kinderen van 8 tot en met 12 jaar:
Vanaf groep 4 en 5 oefenen ze op het vlot leren lezen van teksten. Aan het eind van groep 4 moet uw kind AVI 5 beheersing hebben of E4 en aan het eind van groep 5 moet uw kind AVI 8 beheersing hebben of E5. Ook in de groepen 6 tot en met 8 wordt veel extra aandacht besteedt aan lezen, zodat het lezen steeds vlotter gaat en minder energie kost. Dit hebben ze ook nodig om te tekst die ze lezen te kunnen begrijpen. Vanaf groep 4 starten we ook met begrijpend en in de hogere groepen studerend lezen. Begrijpend lezen is begrijpen wat er in de tekst wordt verteld. Bij studerend lezen probeer je gebruik te maken van de informatie die in de tekst geschreven staat, bijvoorbeeld voor een spreekbeurt of een toets.
Ook al kan uw kind al lezen. Samen lezen blijft belangrijk. Dit kunnen teksten zijn die uw kind interesseren en vragen stellen voor het lezen, tijdens en na het lezen.
Vragen voor het lezen:
- Vraag vooraf of uw kind kan voorspellen waar de tekst over gaat aan de hand van de kaft, titel, plaatjes of een eerder gelezen stukje.
- Kijk door middel van vragen stellen wat uw kind al weet van het onderwerp.
- Wat wil je te weten komen over het onderwerp of het verhaal.
- Bepaal samen wat jullie te weten willen komen na het verhaal gelezen te hebben.
Vragen tijdens het lezen:
- Heb je al een antwoord op de vraag gekregen?
- Heb je al iets gelezen wat belangrijk of leuk is om te onthouden.
- Hoe zal het verhaal verder gaan?
Vragen na het lezen:
- Heb je antwoord gekregen op de vragen.
- Vertel in het kort waar het verhaal over is gegaan.
Tips om met uw kind thuis op een goede manier te oefenen met lezen:

- Laat uw kind zelf de tekst die jullie gaan lezen uitkiezen.
- Lees samen hardop de tekst.
- Laat uw kind daarna alleen de tekst hardop lezen.
- Als laatste praat u samen over het verhaal en wat er goed ging tijdens het lezen.
- Als uw kind moeite heeft met lezen, probeer dan heel geduldig te zijn. U kunt dan eventueel om de beurt een zin lezen.
- Als uw kind moeite heeft met een bepaald woord, herhaal dan het woord en lees de zin nog een keer helemaal voor en laat uw kind deze zin dan herhalen.
- Samen lezen moet leuk en ontspannen zijn. Als uw kind goed zijn best doet of goed gelezen heeft moet u dit ook benoemen, dit geeft uw kind zelfvertrouwen.
- Uw kind kan om meerdere redenen meer tijd nodig hebben om de letters zich eigen te maken en vlot te leren lezen. Onze school doet heel veel extra voor de kinderen die moeite hebben met (leren) lezen, bijvoorbeeld extra leestijd, begeleiding en oefeningen. Ook u kan hier een grote bijdrage aan leveren. Lezen leer je namelijk door heel veel te lezen. Thuis veel oefenen en samen lezen kan dan ook helpen bij de ontwikkeling van lezen. Doe dit wel altijd in overleg met de leerkracht. Zodat u het op de zelfde manier aanbiedt. Hierdoor leert uw kind sneller lezen.